Friday, January 29, 2010

Togo

Het is een tijdje stil geweest op mijn blog, maar zoals ik in mijn vorige bericht al schreef, was ik toe aan vakantie. De afgelopen drie weken ben ik daarom in Togo gebleven en heb ik gebrobeerd om vooral zo min mogelijk te doen en zo veel mogelijk te ontspannen. Met bergen in het noorden, jungle in het midden en witte palmstranden in het zuiden is Togo qua landschap zeker het meest gevarieerde land waar ik tot nu toe in Afrika ben geweest en omdat Togo bijzonder klein is, heb ik ondanks dat ik rustig aan deed in drie weken alle uithoeken kunnen bezoeken.

Nadat ik mijn visum voor Ghana had geregeld in Lome (de hoofdstad van Togo), besloot ik de grote stad achter me te laten en de rust op te gaan zoeken in de bergen. De dorpjes in de bergen zijn niet voorzien van electriciteit of stromend water en naarst een beetje rondwanderlen in de bergen was er verder ook niet veel te doen. Het was daarom voornamelijk de vriendelijkheid en de gastvrijheid van de mensen waardoor ik besloot er ruim een week te blijven hangen. De mensen in de dorpjes bezitten absoluut niets, maar zijn erg trots op het kleine wat ze hebben. Als er bijvoorbeeld slechts twee kroppen sla bij hun in de tuin groeien, laten ze je niet eerder gaan dan voordat je ze allebei uitgebreid hebt bestudeerd.. De laatste week ging ik terug naar het strand om nog wat meer te ontspannen en ook daar deed ik niet veel anders dan relaxen, af en toe een beetje zwemmen, een beetje kletsen met de mensen, maar vooral heel veel slapen..

Maar ondanks dat ik de afgelopen weken bijzonder weinig heb uitgespookt, kan ik na ruim drie weken in Togo niets anders concluderen dan dat Togo een ideaal vakantieland is, vooral voor de mensen die in een korte tijd een goede indruk willen krijgen van West Afrika is Togo perfect. Het enige gebrek in Togo is het eten. Variatie bestaat er niet, want elke ochtend ontbijt je met een gebakke ei, de lunch bestaat uit bananen en pasta rode saus is het dagelijkse avondmaal.
Inmiddels zit ik in Ghana waar ik een paar dagen geleden mijn vader en zus heb opgehaald van het vliegveld. Zij zullen mij de komende weken vergezellen in Ghana.


Tijdens mijn verblijf in Ghana ben ik te bereiken op het volgende telefoonnummer: 00233-546705932

Monday, January 11, 2010

Ik ben toe aan vakantie...


Vanuit Bobo gingen we al redelijk snel richting Ouagadougou (de hoofdstad van Burkina Faso), waar Remi en ik weer ieder onze eigen weg gingen. Ik moest een paar dagen in Ouagadougou blijven, omdat ik problemen had met mijn creditkaart en tot overmaat van ramp ook mijn internetbankieren geblokeerd was. Gelukkig was alles met een paar telefoontjes en de inzet van mijn vader weer redelijk snel opgelost en kon ik mijn reis vervolgen richting Benin.
Voor het eerst in een aantal weken reisde ik weer alleen en dat verliep niet helemaal zonder problemen. Het begon bij de buschauffeur die beweerde mij wel naar Benin te kunnen brengen, maar na een hele dag treuzelen, mij ergens dropte 150 kilometer voor de grens en weigerde verder te rijden. Mijn eerste knak momentje, kwaad griste ik mijn geld terug uit zijn handen en ging ik hopeloos opzoek naar een hotel. Maar helaas, het was al laat en de weinige hotels die ik kon vinden waren vol of erg duur. Uiteindelijk belandde ik op een campus van een school waar een student gelukkig nog wel een extra kamer voor me had. Na twee dagen op de campus gehangen te hebben, ging ik weer verder en vond ik een busje dat me wel echt naar Benin kon brengen.
Het verliep allemaak soepel tot dat ik bij de grens aankwam, waar de politie merkte dat ik nog geen visum voor Benin had. Van verschillende kanten werd er tegen me geschreeuw, 'Waar haal je het lef vandaan om zonder visum aan de grens te verschijnen, dat zouden wij eens in Europa moeten proberen, blabla..', en nog wat dingen die ik niet goed begreep omdat de helft in een lokale taal was. Ik was inmiddels te moe om me nog ergens druk om te maken en het geschreeuw ging dus grotendeels het ene oor in en het ander weer uit. Al die tijd bleef ik ze beleefd aankijken en reageerde af en toe met: 'Je ne comprends pas?'.
Uiteindelijk lieten ze me wachten in een kamertje waar ik werd geobserveerd door een oude agent die onderuitgezakt op de bank met één hand in zijn broek aan zijn balzak zat te krabben. Het duurde lang, maar na een tijdje wachten en gesproken te hebben met een iets vriendelijkere agent, mocht ik de grens over en gaven ze mee een visa voor 48 uur (die ik kon verlengen in de hoofdstad, Cotonou). Cotonou was nog meer dan 400 kilometer van de grens dus dit betekende dat ik een nachtje in de bus in het vooruitzicht had.
De bus kreeg natuurlijk pech waardoor ik 100 kilometer van de grens strande en onmogelijk voor het weekend (binnen 48 uur) de hoofdstad kon te bereiken. Een probleem dus want hierdoor zou ik vanaf morgen illegaal in Benin verblijven.
In het hotel ontmoette ik gelukkig een jonge uit Benin die de volgende dag toevallig naar Togo moest en mij wel achter op zijn brommer mee de grens over wilde nemen (het probleem van de visa zou dan in iedergeval opgelost zijn).
De volgende ochtend vertrokken we met zijn tweeen op zijn ouwe Vespa naar Togo. De rit was lang maar erg mooi, over kleine zandpaatjes door de bergen en vier uur later kwamen we aan in Kara (Togo). Onderweg waren we echter niets tegen gekomen wat ook maar leek op een grens overgang en zonder stempels was ik nu dus illegaal in Togo beland.
Er zat niets anders op dan naar de politie te gaan en mijn verhaal uit te leggen. De politie in Togo was gelukkig heel relaxt, moesten hard lachen om mijn verhaal en gaven me zonder problemen een visum voor 30 dagen. Probleem opgelost dus.
Ik bleef wat dagen in het noorden van Togo hangen en reisde toen rustig richting het zuiden om alvast een visum voor Ghana aan te vragen.
Ik kom net terug van de Ghanese ambassade waar ik vanochtend letterlijk heb moeten smeken voor een visum, maar het heeft geholpen want ze laten me binnen (al is het maar voor 20 dagen).

Maar goed, genoeg gezeurd, nu ga ik naar het strand en van mijn vakantie genieten.

Later!

Friday, January 08, 2010

Into the wild


Liftend vervolgde we onze weg naar Banfora (ongeveer 100 kilometer van Bobo) en dat ging makkelijk want nog geen twee uur later werden we door een vrachtwagenchauffeur afgezet op de plaats van bestemming. Om wat vrijer te kunnen zijn huurde we de volgende dag schakelbrommers en reden we het binnenland in. Het was heerlijk om de lawaaierige en vervuilde stad achter ons te laten en om over de zandweggetjes door het platteland te crossen. Het landschap was prachtig en af en toe passeerde we een klein dorpje waar we werden achtervolgd door histerische kinderen en we continu moesten uitwijken voor suïcidale geiten en kippen die onverwachts op de weg sprongen.


De eerste nacht sliepen we in een klein dorpje vlakbij de bergen en de rotspieken van Senou vanwaar we de volgende dag verder reden door het indrukwekkende landschap. Na een halve dag rijden verlieten we de weg om de rotsen van dichtbij te bekijken, maar al snel werd de door ons gekozen route zo onbegaanbaar dat we de brommers verstopte in de struiken en de weg te voet vervolgden.

Na een tijdje wandelen en klimmen kwamen we aan op een top vanwaar we een enorm uitzicht hadden, maar omdat we inmiddels zo uitgeput waren van de hele dag rijden, lopen en klimmen hadden we geen energie meer om terug te keren naar de brommers voordat de zon zou ondergaan. We gingen opzoek naar een vlakke rots en besloten hier te blijven voor de nacht. Het beloofte een een lange en onconfortabele nacht te worden, onze rugtassen lagen nog in Banfora en ik had niet meer bij me dan een klamboe en een extra trui. Maar ondanks dat de rotsen akelig hard waren was het een geweldige plek om te slapen.

S'ochtends werd ik wakker gebrand door de zon en deed mijn hele lichaam pijn van de rots. Brak strompelden we naar beneden waar we opzoek gingen naar de brommers. We reden naar het dichtsbijzijnde dorpje voor een ontbijtje en het confoort van een matras en werden pas de volgende ochtend weer wakker.


De laatste dag stopte we bij een groot meer waar we met een kano opzoek gingen naar nijlpaarden. Dat bleek niet al te moeilijk want al snel kwamen er twee vlak bij de boot boven water. Nieuwschierig staarden ze ons aan. Erg indrukwekkend om deze enorme beesten in levende lijve te zien, maar nadat ze na bijna een uur nog steeds onbewogen naar ons zaten te staren, geloofde we het wel en peddelde we terug naar de kant. De volgende ochtend reden we terug naar de bewoonde werden om de brommers in te leveren en met de bus terug te keren naar Bobo-Dioulasso.

Burkina Faso

In Moptie nam ik afscheid van Pierrick en sprong ik op de bus terug naar Bamako. In Bamako had ik afgesproken met Remi die daar inmiddels al bijna een maand woonde bij studenten en andere muzikanten in huis. Na een lange busreis kwam ik op kerstavond aan en werd ik ontvangen met een uitgebreid kerstdiner. We ontspannen nog vier dagen, maar toen vonden we beide dat we inmiddels wel genoeg van Bamako hadden gezien en besloten we onze reis liftend te vervolgen richting Burkina Faso.

Het liften viel niet mee, want het weinige verkeer dat passeerde bestond grootendeels uit brommertjes, paard en wagen of overvolle bush taxi's. Lang stonden we te wachten en de paar auto's die passeerde zwaaide meestal vrolijk terug niet begrijpend dat we een lift wilde. Maar we hielden vol en uiteindelijk werden we twee dagen later afgezet in Bobo-Dioulasso (ongeveer 400 kilometer verderop in Burkina Faso). waarbij we onderandere een lift kregen van een politie agent, een taxi chauffeur, een jong stel dat ons mee uit eten nam en een vrachtzagen chauffeur. Onderweg werden we vaak gedropt op de meest vreemde plekken waar we soms uren moesten wachten in de brandende zon op een lift, maar uiteindelijk waren er altijd mensen die stopte en enthausiast waren om ons mee te nemen.

In Bobo-Dioulasso besloten we een paar dagen te blijven plakken om onderandere oud en nieuz te vieren wat er hier net iets anders aan toe gaat dan in Nederland. Geen sneeuw of vuurwerk (behalve af en toe een verdwaalde vuurpijl of een knal van een rotje), maar vooral muziek en alcohol. Iedereen die in het bezit is van een geluidsinstalatie zet deze op straat neer en de rest van de wijk versamelt zich vervolgens bij de spiekers om te dansen en heel veel te drinken.

Na oud en nieuw waren we beide helemaal klaar met het lawaai en de stank van de stad en besloten we het rustige binnenland van Burkina op te gaan zoeken.

Zolang ik in Burkina Faso ben, ben ik telefonisch bereikbaar op: 00226-72137944