Wednesday, March 31, 2010

Uganda


Opgesloten zat ik met een olifantenvoet in een donker hotelkamertje in Mbale. De dagen verstreken, maar omdat het nou niet bepaald beter ging met mijn voet, besloot ik naar Jinja (een grotere stad) te verhuizen om het advies van een goede doktor te raadplegen. De dokter bevestigde gelukkig al snel dat mijn voet niet gebroken was, maar dat het wederem om een uit de hand gelopen infectie ging die met een weekje antibiotica grotendeels te verhelpen zou zijn.


In Jinja zat ik gelukkig in een fijn hotel, gelegen aan de Nijl, waar ik de regenachtige dagen prima door kwam met een stapel boeken en slappe gesprekken met andere reizigers. De antibiotica deed gelukkig wonderen en na een week was de wond grotendeels genezen en huppelde ik alweer vrolijk rond in Jinja. Inmiddels was ik weer vergezeld door Jarek en samen besloten we richting de hoofdstad Kampala te gaan.



Laat in de avond kwamen we aan in Kampala waar we een goedkoop hotelletje in een rustige buitenwijk van de stad vonden, tenminste dat dachten we, want de volgende ochtend werden we op een christelijk tijdstip gewekt door geschreeuw en getoeter alsof we in een voetbalstadion in slaap waren gevallen. Blijkbaar hadden we precies een hotel uitgezocht in de straat waar ruim 70 procent van alle handel in oost afrika plaats vind. En dat betekend honderden ladende en lossende vrachtwagens, brommers steekwagens en gillende mensen. Inmiddels was ik wel wat gekte en lawaai gewend, maar dit was net iets teveel van het goed om in de vroege morgen te kunnen verdragen…



Eenmaal op straat werden we opgeslokt door de chaos en binnen vijf minuten waren we elkaar kwijt. Het duurde uren voordat we de gekte uitkwamen en eenmaal terug in elkaar gezelschap besloten we daarom de rust op te gaan zoeken op de Universiteits Kampus. De Kampus leek echter meer op een slachtveld, met honderde protesteren studenten en brandende stappels tafels en stoelen op het binnenplein. Blijkbaar waren er de avond ervoor twee studenten in een opstandje door de politie doodgeschoten waardoor er een Ondiep achtige situatie op de kampus was ontstaan. Niet echt de beste plek om lekker rustig een boekje te lezen dus..
Onze laatste hoop was het nationale theater waar dezelfde avond een balletvoorstelling vertoond zou worden. Normaal gesproken nou niet bepaald iets waar ik voor in de rij zou gaan staan, maar een beetje cultuur snuiven op zijn tijd kan geen kwaad dus we besloten toch een kaartje te kopen. De voorstelling bleek echter met dansende kindsoldaten te zijn, intressant en indrukwekkend maar wederom nou niet bepaald rustgevend. Redelijk ontdaan verlieten we dus een paar uur later het theater. Tijd voor een biertje en terwijl we in een lokaal barretje nog wat zaten na te kletsten over de voorstelling hoorde we op het nieuws dat er rellen waren uitgebroken in in de stad waarbij een paar uur eerder verschillende mensen om het leven waren gekomen.




Tijd om te verkassen dus en de volgende ochtend vroeg vertrokken waar daarom naar de Ssesse eilanden. Een prachtige tropische eilanden groep in Lake Victoria en een goed plek om weer lekker helemaal niets te doen. Terug op het vaste land gingen we richting de bergen waar we in de jungle op zoek gingen naar chimpansees. Iets wat boven aan op mijn verlanglijstje stond voordat ik naar Afrika kwam en eindelijk was het dan zover. Het was geweldig om de chimpansees van zo dichtbij in het wild te zien, net alsof we naar smakkende en slingerende mensen zaten te kijken.


Vanuit de bergen besloten we liftend onze reis te vervolgen richting het zuiden van Uganda. Bovenop vrachtwagens, opgepropt in pickuptrucks, achterop brommertjes en peddelend in een kano zijn we de afgelopen week op de meest afgelegen plekken beland. Het was een lange, vermoeiende, oncofortabele en vooral regenachtige week, maar het was een onvergetelijk avontuur.



Gisteren zijn we door een vrachwagenchauffeur afgezet in Kisoro een klein stadje aan de grens van Rwanda. Inmiddels hebben we onze visa voor Rwanda weten te regelen, nu gaan we nog snel even een laatste biertje in Uganda drinken waarna we over ongeveer een uurtje de grens zullen oversteken.


Next stop Rwanda!

Monday, March 08, 2010

Jambo Jambo Kenya!


Vijf uur in de morgen landde ik in Nairobi (Kenia) een stad die bekend staat als een van de gevaarlijkste steden in Afrika en waar het wordt afgeraden om na zonsondergang nog de straat op te gaan in verband met de vele gewapende overvallen. Inmiddels had ik al redelijk veel Afrikaanse steden gezien, maar na het horen van verschillende spook verhalen was ik eerlijk gezegd toch wel een beetje huiverig voor de stad die ook wel Nairobbery wordt genoemd…


Maar niets bleek minder waar, ik kan me voorstellen dat Nairobi een angstige en chaotische indruk kan maken, maar ik vond het een geweldige stad. De mensen zijn hier duidelijk een stuk minder openhartig dan in West-Afrika, maar de bijzondere mix van Afrikanen, Moslims en Hindoes maakt het een bijzonder levendige stad waar ik me al snel thuis voelde.


Het centrum van Nairobi is zoals elke Afrikaanse stad lekker chaostisch met overal mensen die half over elkaar heen lopen, toeterend verkeer wat al uren lijkt vast te staan, harde muziek en de heerlijke geur van brandende BBQ’s.
Maar er is ook een rustige kant van Nairobi, waar je al snel vergeet dat je je in Afrika begeeft. Schone straten met auto's die elkaar voorrang geven en luxe winkelcentra op elke hoek van de straat. Een goed plek om dus even lekker bij te komen en te genieten van hamburgers en verse koffie.


Na drie dagen Nairobi wilde ik nu eindelijk wel eens wat wilde dieren zien en besloot daarvoor naar Hell’s Gate in Naivasha te gaan. Hell’s Gate is het enige park in Kenia waar je lopend of fietsend in mag. In het park ontmoette ik Jarek uit Polen en samen met hem cruisde we op onze gecamoufleerde mountainbikes door het park langs giraffen, gazelle, zebra’s, wilde zwijnen en bavianen.


Met Jarek bleef ik nog wat dagen in Naivasha hangen, om te hiken in de bergen en te relaxen aan het meer, maar inmiddels zijn we na wat tussenstops in het westen van Kenia beland in Uganda. Helaas heb ik nog niet veel van Uganda kunnen zien, omdat een dwaas met zijn busje over mijn voet is gereden en ik nu niet meer kan lopen...
De komende dagen zal ik daarom vooral in mijn hotel kamer moeten doorbrengen, maar omdat inmiddels ook het regenseizoen is begonnen is er buiten toch niet al te veel te beleven.
Mijn telefoon nummer tijdens mijn verblijf in Uganda is:

00256-785657698