Tuesday, December 22, 2009

Once upon a time in Africa


Vrijdag ochtend vroeg begonnen we aan onze wandeling door Dogon country. Tijdens onze tocht liepen we vier dagen door de indrukwekkende Falaise van Bandiagare. De animistische Dogon mensen vluchtten in de 14e en 15e eeuw van de verre kliffen van Oost Mali naar waar ze nu zitten, om te ontkomen aan Moslim overvallen vanuit het zuiden. tegenwoordig verblijven ze nog altijd in hutjes aan de rand van de Failaise vallei.


De hutjes waarin de Dogons wonen zijn nog steeds op dezelfde manier gebouwd als vroeger, van een soort modder en steen met hout aan de binnenkant. In het droge seizoen gebruiken ze het dak om op te koken en om op t
e slapen. De Dogons zijn grotendeels zelfvoorzienend en hun dag besteding bestaat naast het brengen van offers en vreemde voodoo rituelen vooral uit het verbouwen van hun land en het verzorgen van hun vee. In de avond komen dorpsbewoners bijeen om te luisteren naar oude legendes over de geschiedenis van het dorp, voorouders of de ontstaansgeschiedenis van de aarde. Het animistische geloof van de Dogon is fascinerend, maar erg complex .


Gemiddeld liepen we 15 kilometer per dag. S'ochtends stonden we vroeg op en begonnen rond 7 uur met lopen. Rond 1 uur stopte we in een dorpje om wat te eten en te slapen, maar vooral om te schuilen voor de zon, waarna we rond 3 uur onze tocht richting het volgende dorpje vervolgde waar we tegen zonsondergang aankwamen. We liepen afwisselend bovenop of onderlangs de klif over kleine paadjes, langs de akkers, door dorpjes en over zanderige vlaktes. Regelmatig klommen we door kloven omhoog naar het plateau of daalde we weer af naar een dorpje aan de voet van de rotswand.

S'avonds sliepen we op het dak van een huis in een van de dorpjes en vroeg in de ochtend (4 uur) werden we gewekt door kraaiende hanen, balkende ezels en het leven dat rondom langszaam op gang begon te komen.

Inmiddels zijn we weer terug in Moptie en is het tijd voor mijn dagelijkste middagdutje...

Wednesday, December 16, 2009

Naar de tandarts...


Onze eerste stop was Segou, een klein plaatsje gelegen aan de Niger rivier, en al lag het slechts 230 kilometer van Bamako, het koste ons een hele dag om er te komen. Het openbaar vervoer is wat dat betreft een stuk slechter geregeld dan in Senegal. De bussen zijn vaak ouder, stoppen soms zonder duidelijke reden voor meer dan een uur, en vervoeren vaak nog meer mensen, dieren en spullen om brandstof te besparen.

Pierrick, me and some dude on the road to Djenne
Na een dagje Segou, reisde we verder naar Djenne (ongeveer 200 kilometer van Segou) en dat ging makkelijk want al snel vonden we een pickup die ons wilde mee nemen. Een paar uur later werden we afgezet bij een kruispunt 30 kilometer vanaf Djenne en was het wachten op een vervolg lift... Helaas ging dat een stuk lastiger, want het beetje verkeer wat langs kwam zat propvol. Na uren wachten konden we uiteindelijk meerijden met een busje en kwamen we s'avonds aan in Djenne.

Djenne
The grande mosquée

Djenne is vooral bekend om zijn modder Moskee en is een prachtig stadje waar de tijd honderderde jaar lijkt stil gestaan te hebben. Onderweg naar Djenne kreeg ik alleen enorme kramp in mijn kaak en eenmaal in Djenne had de pijn zich verspreid naar een groot gedeelte van mijn gezicht. Omdat ik moeite kreeg met eten en drinken besloten we gelijk maar even een bezoekje te brengen aan het ziekenhuis.

Market in Djenne

Het ziekhuis was net als de rest van de stad gebouwd van modder en was nou niet bepaald de meest schone en moderne plek om geholpen te worden. In het ziekenhuis vonden we gelukkig al snel een goede tandarts die me wist te vertellen dat het ging om een uit de hand gelopen ontsteking bij mijn verstandskies, nadat hij de wond had 'schoon' gemaakt en wat anti-biotica had voorgescheven konden we alweer gaan.

Breakfast The transport is getting worse...

We besloten in Djenne te blijven tot ik weer normaal kon eten en drinken en dat duurde gelukkig niet lang. Na twee dagen voelde ik me alweer redelijk goed en konden we weer verder reizen. Inmiddels zitten we in Mopti, heb ik geen last meer van mijn ontstekking en zijn we bezig met het plannen van een hike door Dogon country.

Wednesday, December 09, 2009

Bamako

De reis naar Bamako was wederom slopend, na ruim 31 uur en twee slapeloze nachten in een oude roestige schoolbus doorgebracht te hebben, werd ik zaterdag nacht gedropt in een buitenwijk van Bamako. En ondanks dat Bamako de hoofdstad van Mali is, was er vreemd genoeg in de wijde omgeving niets of niemand te bekennen. Na bijna een uur wachten op een taxi besloot ik lopend opzoek te gaan naar een hotel en dat viel niet mee..
Twee uur later vond ik uiteindelijk een hotel, belachelijk duur, maar ik had niet veel andere keus en besloot de volgende dag mijn zoektocht naar een goedkoper hotel te vervolgen.


Hoe rustig Bamako s'nachts is zo chaotisch is het overdag. Het krioelt er van de mensen, brommertjes en roestige bussen en waar Dakar nog enigzins Europees aanvoelt, daar is Bamako een echte Afrikaanse stad. Vooral de mensen zijn heel anders. In Senegal blijven mensen soms een half uur achter je aan lopen om een banaan aan je te verkopen of beweren je beste vriend te zijn. Hier in Bamako zijn de mensen heel relaxt en komen vaak alleen naar je toe om je een hand te geven of te vragen hoe het met je gaat.

Bamako is een geweldig stad en zeker de meest levendige plek waar ik tot nu toe ben geweest. Dagen wist ik me op straat te vermaken. Overal om je heen zie je fascinerende dingen, ruik je vreemde geuren en hoor je geweldige muziek. Na een paar dagen kwam ik Pierrick tegen, een Fransman die in de afgelopen maanden ongeveer dezelfde reis had gemaakt als ik.


Na nog wat dagen te hebben genoten van Bamako besloten we donderdag samen verder te reizen naar het oosten van Mali.
Ik heb nu trouwens ook weer een telefoon en ben voor de liefhebbers te bereiken op:
00223-76930095

Thursday, December 03, 2009

Tabaski in Dakar

Skyline of Dakar from Île de Gorée

Ik was terug in Dakar en wederom had ik een adresje. Deze keer bij de familie van Mountaga. Zonder dat ze mij kende waren zij zo gastvrij om mij een complete studio aan te bieden. De studio zat boven het schooltje van Wil (oma) en was van alle luxe voorzien. Niet dat ik er veel gebruik van hoefte te maken, want twee maal daags werd er voor me gekookt (s'ochtend at ik meestal mee met de school en s'avonds werd er gekookt door Mouna) en de rest van de dag werd ik goed vermaakt door de familie.

The family, Mouna, oma and Anna

De tweede dag werd ik door de schoonfamilie van Anna uitgenodigd om bij hun Tabaski (het offerfeest) te vieren. Tabaski is het grootste jaarlijkse (Moslim) feest in Senegal, waarbij volgens de traditie de mannen na het ochtend gebed op rituele wijze een schaap slachten. De vrouwen zorgen er vervolgens voor dat het vlees op verschillende manieren wordt klaar gemaakt en de rest van de dag bestaat voornamelijk uit vlees eten, waarbij er constant familie en kennissen over de vloer komen om een hapje mee te eten. Top feestje dus!

Tabaski diner at Anna's family
Zondag ochtend werd ik mee gevraagd voor de kerkdienst, normaal gesproken ben ik niet echt van het kerk bezoek, maar omdat ik hoorde dat het er hier net iets anders aan toe ging besloot ik toch een kijkje te nemen.

The childeren of oma's school

Anders dan in Nederland, waar de kerk altijd een beetje een zwaar beladen en droevige indruk op me achterlaat, was het hier in kerk een klein feestje. De kerk zat afgeladen met jong en oud en zowel de mensen als de kerk zijn kleurijk aangekleed. Het gospel koor, wat wordt begeleid door djembes, zorgt er vervolgens voor dat je niet voor het zingen de kerk verlaat..


The funky church in Dakar

De rest van de week ging ik een beetje mij eigen gang, ik dwaalde wat door Dakar, bracht wederom wat tijd door op het strand en bezocht onder andere het indrukwekkende slaven eiland Île de Gorée (een Portugees eilandje voor de kust van Dakar, waar de slaven gevangen werden gehouden of werden afgevoerd naar de rest van de wereld).

Maision des Esclaves on Île de Gorée

Na een week in de watten gelegd te zijn in Dakar, dacht ik genoeg uitgerust te zijn om mijn reis te vervolgen naar Mali en nam ik donderdag nacht de bus richting Bamako (de hoofdstad van Mali).

Last steps in Africa (the door of no return...)