Tuesday, October 15, 2013

De laatste dag...



Voordat we aan de lange reis terug naar Dublin begonnen hadden we nog één overnachting in Kuala Lumpur, waar we een heerlijke luxe hotelkamer hadden met een prachtig uitzicht over de stad. 

Op de motor door Sabah



Terug in Kota Kinabalu huurden we twee motors met het plan om de noord-oost kust van Sabah te verkennen. De eerste paar 100 meter waren we aan het stuntelen, want we hadden allebei immers al lange tijd niet meer op een brommer of motor gezeten. Maar toen we eenmaal de binnenstad uit waren, hadden we de motors onder de knie en kon het avontuur beginnen.


We hoefden alleen maar rechtdoor om Kota Kinabalu uit te rijden, maar toch kregen we het voor elkaar om verschillende keren de verkeerde weg in te slaan. Na een paar rondjes op een industrieterrein vonden we uiteindelijk de juiste weg en lieten we de stad achter ons.


Buiten de stad werd de weg een stuk rustiger en ondanks het feit dat we af en toe moesten uitwijken voor een kudde koeien, waterbuffels of geiten genoten we al rijdend van het prachtige landschap.


We waren van plan om uiteindelijk naar een klein plaatsje aan het strand te rijden, maar toen we na een paar uur rijden naar de weg vroegen bleek dat we ruim een uur te ver waren doorgereden. Omdat we geen zin hadden om dezelfde weg weer terug te rijden besloten we ons eindpunt aan te passen en door te rijden naar Usukan Bay (het volgende kustplaatsje).


Het dorpje Usukan Bay stond echter ook niet duidelijk op de borden aangegeven en toen we na een half uur rijden nogmaals de weg vroegen bleek dat we wederom te ver waren doorgereden. Gelukkig kregen we duidelijke instructies van de lokale politie, waarmee we zonder alteveel problemen de eindbestemming wisten te vinden. 


Na ongeveer een half uur rijden over kronkelige bergweggetjes kwamen we aan in het piepkleine Usukan Bay. Usukan Bay bestond uit niet meer dan tien huizen en een lodge aan een klein strandje. Maar het was er prachtig en we werden bijzonder vriendelijk ontvangen.


De volgende ochtend sprongen we na het ontbijt weer op de motors en vervolgden we de weg langs de kust. Na ongeveer tien minuten rijden hield de weg plotseling op en konden we niets anders doen dan de motors omdraaien en dezelfde weg weer terug te rijden.


Toen we op de terugweg stopten om een kleurrijk schooltje te bewonderen, werden we al snel benaderend door een vrouwtje die vroeg of we de school misschien ook van binnen wilden bewonderen. Zo'n kans krijg je natuurlijk niet snel een tweede keer, dus we besloten het vrouwtje te volgen. 


Ze liet ons alles zien, de verschillende lokalen, de kantine, de speeltuin en zelf de toiletten moesten we bewonderen. Op een gegeven moment bracht ze ons zelfs naar het kantoor van de directeur, waar we wederom gastvrij werden ontvangen en in gebrekkig Engels een gesprek probeerden te voeren met de directeur en zijn personeel.


Na het korte school bezoek vervolgden we onze weg naar het dorpje Pituru Laut. Wederom werd Pituru Laut niet op de borden aangegeven en zelfs na een aantal keer vragen konden we de juiste afslag maar moeilijk vinden. Na lang zoeken en verschillende omwegen kwamen we uiteindelijk aan in Pituru Laut wat wederom uit niet meer dan een paar houten huisjes bestond. 


In het dorpje konden we onze motors bij een familie stallen en werden we met een bootje naar een lodge op een klein strandje gebracht waar we konden overnachten.


Na een middagje relaxen op het strand moesten we de volgende ochtend vroeg op, om de motors weer op tijd in Kota Kinabalu af te leveren. Onderweg naar Kota stopten we nog even in Tuaran om te lunchen en een een Chinese tempel te bewonderen en daarna reden we snel terug naar de hoofdstad om tevreden, maar uitgeput de motors weer in te leveren.

Pulau Mantanani



Met hetzelfde propellervliegtuigje vlogen we weg uit Mulu met als eindbestemming Kota Kinabalu (de hoofdstad van de provincie Sabah). Omdat er naast winkelen in Kota Kinabalu niet veel te doen was en we meer behoefte hadden om op een tropisch eiland te liggen besloten we om de volgende dag al naar het eiland Pulau Mantanani te gaan.


Om 7 uur werden we met een bus opgehaald van ons hotel waarna we na ongeveer twee uur rijden werden afgezet in een klein haventje. In de haven kregen we te horen dat we door de slechte weersomstandigheden slechts 50% kans hadden om het eiland te bereiken. 45 minuten lang stuiterden we over grote golven, maar gelukkig bereikten we uiteindelijk veilig het eiland.


Helder blauw water, wit strand en palmbomen! Op het eiland hadden we onze eigen bungalow die uitkeek op de zee. We besloten om drie dagen op het eiland te blijven om lekker uit te rusten en de afgelopen twee weken te laten bezinken.

Sunday, October 13, 2013

Mulu National Park



Met een propeller vliegtuigje vlogen we van Kuching naar Mulu National Park. De vlucht duurde maar een uurtje, en omdat we heel laag vlogen konden we een hoop van het binnenland van Borneo zien. Uiteindelijk landden we op een heel klein vliegveldje midden in de jungle vanwaar we naar de lodge in het park werden gebracht.


In het park hadden we een heerlijke luxe bungalow midden in het park. We besloten echter niet te veel tijd in de bungalow te verspillen, maar zo snel mogelijk aan de wandeling richting de Deer Cave te beginnen (de grootste grot ter wereld). Wederom een pittige wandeling voor mijn knie, maar gelukkig ging het ook vandaag boven verwachting goed en liepen we zonder al teveel moeite de 3 kilometer richting de grot.


We hadden besloten om de volgende dag pas de grot in te gaan en vandaag te kijken naar een ander wonder van de natuur. Rond zonsondergang zouden er normaal gesproken miljoenen vleermuizen de grot uitvliegen. Uiteindelijk waren ze na twee uur wachten nog niet uitgevlogen, maar om 6 uur kwam de eerste zwerm dan toch eindelijk naar buiten.


Toen het donker begon te worden liepen we weer terug richting onze bungalow. Een hele leuke wandeling, want naast de vleermuizen waren er inmiddels veel meer nachtdieren actief geworden. Zo kwamen we tijdens onze tocht onder andere lawaaierige kikkers, gekleurde hagedissen, gigantische mieren en vuurvliegjes tegen.


De volgende dag moeste we onze comfortabele bungalow uit en waren we genoodzaakt om accommodatie te vinden buiten het park. We vonden gelukkig al snel een hostel, veel minder luxe maar goed genoeg voor één nacht.


Rond een uur of twee liepen we wederom naar de grot, maar nu met een groepje toeristen en een gids, omdat we anders niet naar binnen zouden mogen. Uiteindelijk gingen we twee grotten in: de Long Cave en de Deer Cave.


We begonnen aan de Long Cave die vrij smal was en voornamelijk veel indrukwekkende stalactieten en stalagmieten had. Vervolgens gingen we naar de Deer Cave, oftewel de grootste grot van de wereld. Ruim 150 meter hoog en 180 meter lang.


Het plafond zat vol met miljoenen vleermuizen (die we de vorige dag hadden zien uitvliegen) en op de grond lag er een enorme berg vleermuizenpoep met daarin ontelbare kakkerlakken, pissebedden en ander ongedierte.

Bako National Park



De volgende dag moesten we wederom vroeg op, maar voor vandaag stonden er neusapen op het programma. Met een bus en een klein bootje gingen we naar Bako National Park (een natuurpark ten noorden van Kuching). We wilden er op tijd aankomen, omdat we van te voren geen overnachting in het park konden boeken en we er zeker van wilden zijn dat we een nachtje in het park konden verblijven.

 

De bus rit was een beetje saai, we reden namelijk enkel langs Chinese industrieterreinen. Het boottochtje was daarentegen fantastisch, want het mannetje die de boot bestuurde stopte vaak om ons iets te vertellen over de omgeving of over de tradities in zijn dorpje.


Na een kort tochtje kwamen we aan in Bako. Een prachtig strand vol met rotsformaties en een wilde jungle op de achtergrond. Prachtig, alsof we waren afgezet op een onbewoond eiland.


We moesten ons melden bij een receptie waar we werden begroet door een paar baardvarkens die direct op Lorena's tas uit waren. De varkens wisten we af te schudden en eenmaal bij de receptie bleek gelukkig dat er nog een huisje in het park beschikbaar was.


Op weg naar het huisje kwamen we een groep makaken tegen die ook interesse hadden in Lorena's tas We brachten onze spullen dus snel in veiligheid in ons huisje en zonder dat we nog verder achterna werden gezeten door varkens of makaken begonnen we aan onze eerste wandeling.


De wandeling begon makkelijk over een aangelegd pad, maar ging al snel over in een smal junglepaadje waarbij veel geklommen moest worden. We deden het rustig aan in de hoop mijn knie zo lang mogelijk te kunnen sparen en opeens hoorden we boven ons het gekraak van brekende takken.


Toen ik opkeek zat er een enorme neusaap op een tak rustig blaadjes te eten. Jammer genoeg konden we hem maar een korte tijd bewonderen, want voor we het wisten sprong hij naar een andere boom en verdween hij in de jungle.


Na ongeveer een uurtje klauteren kwamen we uit op een klein afgelegen strandje. Mij knie had het tot nu toe gelukkig goed volgehouden, maar omdat we het zelfde stuk nog terug moesten besloten dat dit een goed moment was om lekker te zwemmen en uit te rusten in in de zon.


Op de terugweg kwamen we nog een neusaap tegen die we een hele tijd hebben kunnen volgen, daarnaast zagen we een grote (giftige) groene slang, een zilverstaartaap met een baby en nog heel veel brutale makaken die een vuilnisbak aan het plunderen waren.


De volgende ochtend werden we om 6:15 wakker en omdat we niet meer verder konden slapen, besloten we direct aan een wandeling te beginnen om de jungle te kunnen zien ontwaken. Het was een een wandeling van ongeveer een kilometer die ons uiteindelijk bracht naar de mangroven.


Er was nog geen toerist te vinden en we waren zelfs nog vroeger op dan de meeste dieren (behalve de muggen en de baardvarkens). Op de terugweg hoorden we een hoop geritsel en geschreeuw en zagen we een grote groep neusapen van boom naar boom springen.



Na het ontbijt werden we weer opgehaald door het bootje en gingen we terug naar Kuching.

Kuala Lumpur & Kuching



Eindelijk was het zover VAKANTIE! Naar dit moment hadden we weken dan wel niet al jaren uitgekeken. Ruim twee jaar geleden kochten we namelijk al een Lonely Planet van Borneo en maakten we de eerste plannen voor deze reis.


De reis verliep vlotjes. Ondanks dat we een tussenstop van 8 uur in Abu Dhabi hadden vloog de tijd voorbij en waren we voor we het wisten op het vliegveld van Kuala Lumpur. Met de trein gingen we naar de stad, waar we overstapten op een monorail die vlak bij ons appartement stopte.


Het appartement was echter niet makkelijk te vinden en er was ook geen enkele voorbijganger die ons bij de zoektocht kon helpen. Gelukkig vonden we een starbucks om even bij te tanken en google maps te raadplegen.


De kamer die we via Airbnb hadden geregeld was klein, maar had alles wat we nodig hadden. Na een snelle douche gingen we nog even de stad in om wat te eten. In de stad kickte echter de jetlag in (we waren immers al 30 uur onderweg) en moesten we vechtend tegen de slaap op zoek naar een maaltijd.


Na een heerlijke lange nacht slapen werden we laat wakker en besloten we direct richting het vliegveld te gaan om op tijd voor onze vlucht naar Borneo te zijn. We hadden de reistijd echter niet helemaal goed berekend, want toen we bij de balie aan kwamen, bleek dat we te laat waren om in te checken. We werden naar een andere balie gestuurd om nieuwe tickets te kopen, maar vreemd genoeg konden we daar tegen een kleine betaling nog wel inchecken voor onze originele vlucht. We renden naar de gate, maar eenmaal aangekomen bleek dat de vlucht een uur vertraging had...


Vanuit Kuala Lumpur vlogen we naar Kuching, de hoofdstad van Borneo's westelijke provincie Sarawak. We kwamen redelijk laat aan en omdat de taxichauffeur ons hostel niet kende moesten we op zoek naar een alternatieve slaapplaats. Gelukkig vonden we die snel, zodat we onze spullen konden droppen en lekker konden eten.


Blijkbaar was er een festival aan de gang omdat Borneo 50 jaar geleden onderdeel werd van Maleisië. Langs het water waren er daarom allemaal leuke kraampjes en het hele dorp was uitgelopen om van het festival te genieten.


De eerste dag in Kuching liepen we wat rond om meer van de stad te zien. Kuching is een leuk stadje, maar naast wat tempels en standbeelden van katten (Kuching betekent kat) was er niet veel te zien. In een klein koffietentje ontmoetten we twee andere Nederlanders die al langer in Borneo op reis waren en ons een hoop tips gaven over hoe we onze reis het best konden vervolgen. De rest van de dag hebben we met zijn vieren gezellig biertjes gedronken en we besloten om ook de volgende dag met zijn vieren naar de orang-oetangs te gaan.


De wekker ging vroeg, want om acht uur vertrok ons busje naar Semengoh. Semengoh is een opvangcentrum waar verwaarloosde orang-oetangs worden verzorgd en voorbereid om opnieuw in het wild te kunnen leven.


Op een houten platform midden in de jungle legde een verzorger wat fruit neer en langzaam kwamen de orang-oetangs één voor één uit de boomtoppen te voorschijn.