De reis verliep vlotjes. Ondanks dat we een tussenstop van 8 uur in Abu Dhabi hadden vloog de tijd voorbij en waren we voor we het wisten op het vliegveld van Kuala Lumpur. Met de trein gingen we naar de stad, waar we overstapten op een monorail die vlak bij ons appartement stopte.
De kamer die we via Airbnb hadden geregeld was klein, maar had alles wat we nodig hadden. Na een snelle douche gingen we nog even de stad in om wat te eten. In de stad kickte echter de jetlag in (we waren immers al 30 uur onderweg) en moesten we vechtend tegen de slaap op zoek naar een maaltijd.
Vanuit Kuala Lumpur vlogen we naar Kuching, de hoofdstad van Borneo's westelijke provincie Sarawak. We kwamen redelijk laat aan en omdat de taxichauffeur ons hostel niet kende moesten we op zoek naar een alternatieve slaapplaats. Gelukkig vonden we die snel, zodat we onze spullen konden droppen en lekker konden eten.
Blijkbaar was er een festival aan de gang omdat Borneo 50 jaar geleden onderdeel werd van Maleisië. Langs het water waren er daarom allemaal leuke kraampjes en het hele dorp was uitgelopen om van het festival te genieten.
De eerste dag in Kuching liepen we wat rond om meer van de stad te zien. Kuching is een leuk stadje, maar naast wat tempels en standbeelden van katten (Kuching betekent kat) was er niet veel te zien. In een klein koffietentje ontmoetten we twee andere Nederlanders die al langer in Borneo op reis waren en ons een hoop tips gaven over hoe we onze reis het best konden vervolgen. De rest van de dag hebben we met zijn vieren gezellig biertjes gedronken en we besloten om ook de volgende dag met zijn vieren naar de orang-oetangs te gaan.
De wekker ging vroeg, want om acht uur vertrok ons busje naar Semengoh. Semengoh is een opvangcentrum waar verwaarloosde orang-oetangs worden verzorgd en voorbereid om opnieuw in het wild te kunnen leven.
No comments:
Post a Comment